m e n u
  c o l u m n s   &   i n t e r v i e w s  
terug >>  
 

 

Startpagina

 

Curriculum

 

Boeken over psychologie

 

Columns en interviews >>

 

Thrillers

 

Fotografie

 

 

 

 

 

 

 

 

Columns

Hoe bekwaam ben ik?

  Welke expertise hebben wij eigenlijk in huis? Het is alweer jaren geleden dat de directie van de organisatie waar ik destijds werkte, deze vraag hardop stelde. Het woord competentiemanagement was nog niet eens uitgevonden. Natuurlijk reageerden wij, een team van professionals in de geestelijke gezondheidszorg, enthousiast. Logisch toch dat je duidelijk wilt hebben welke kennis en vaardigheden je in huis hebt. Goedgemutst gingen wij aan de slag met de vragenlijsten waarin we onze deskundigheden uit de doeken konden doen. Eindelijk zou eens zichtbaar worden welke onvermoede parels onze organisatie in huis had! 
  Toen wij al onze kennis en vaardigheden geinventariseerd hadden en de koppen bij elkaar staken, werd duidelijk dat we in een mijnenveld waren beland. Dit kon alleen maar tot pijnlijke discussies leiden. Iemand die drie dagen een cursus had gevolgd in een bepaalde therapiemethode, bleek zichzelf even deskundig in te schatten als een collega die op dat gebied een opleiding van vier jaar achter de rug had. Een ander die aangaf  zeer vaardig Engelstalige conferenties te kunnen toespreken, hadden wij nog onlangs, met veel plaatsvervangende schaamte, horen stuntelen voor een buitenlands gezelschap. Oei, oei ! Wat nu? Het werd een bespreking met veel pijnlijke stiltes, dat laat zich raden. Want als we elk geval van schaamteloze zelfoverschatting ter sprake hadden gebracht, zou ongetwijfeld de pleuris zijn uitgebroken. Gelukkig waren we zo verstandig om de stukken terug te sturen naar de leiding, met het verzoek objectieve criteria op te stellen. Wat er vervolgens met het onderzoek is gebeurd, kan ik me niet meer herinneren. Vermoedelijk is er een commissie ingesteld om die criteria te zoeken. Nooit meer iets van gehoord.
  Deze geschiedenis schiet mij steeds weer te binnen, als ik lees over al die prachtige projecten op het gebied van competentiemanagement. Zou er nu echt iets nieuws zijn uitgevonden? Na z’n opmars in het bedrijfsleven is dit gedachtengoed nu ook doorgedrongen tot de nonprofit-sector. De ideeën die ten grondslag liggen aan competentiemanagement zijn simpel en liggen voor de hand. Wat wil ik bereiken met mijn organisatie? Wat moeten mijn medewerkers daarvoor kunnen? Over welke vaardigheden moeten zij beschikken?
  Er is niets mis met pogingen om systematisch de antwoorden op deze vragen te bepalen. Het is eerder wonderlijk dat het niet continu gebeurt. Maar het venijn zit ‘m als altijd in de staart. Het project wordt namelijk moeilijker als het uit de vrijblijvende sfeer komt van de abstracte vragen. Dat is het moment waarop mensen feitelijk beoordeeld gaan worden en competentieprofielen worden opgesteld. Echt spannend wordt het als zelfbeelden ter discussie worden gesteld en bestaande machtsposities in het geding komen. Dan komen mensen persoonlijk in het vizier en lopen de emoties vaak hoog op. Terecht. Natuurlijk worden mensen bang als ze slecht beoordeeld dreigen te worden. En waarom zouden ze niet boos mogen worden als die beoordeling in hun ogen onrechtvaardig is?
  Je kunt ook nog een fundamenteler vraag stellen: waarom zou iemand de goede relaties met zijn collega’s op het spel zetten door hen op allerlei vage gronden negatief te beoordelen? Ik zie bijvoorbeeld niet in hoe je je een objectief en betrouwbaar beeld kunt vormen van iemands kwaliteiten als coach op grond van beoordelingscriteria als: het bewerkstelligen van bewustwording bij anderen en  het stimuleren van medewerkers. Dergelijke diffuse criteria las onlangs in een artikel over competentiemanagement. Met criteria op het gebied van sociale vaardigheden en leidinggevende capaciteiten is het al niet anders. Die beoordelingen zijn zo subjectief dat ze eerder het karakter van een populariteitstest hebben. Niet voor niets zijn psychologen al meer dan een eeuw bezig zijn met het ontwikkelen van objectieve meetinstrumenten op dit gebied.
  Waar een en ander toe kan leiden merkte ik vorige week. Tijdens een borrel hoorde ik iemand halfgrappend tegen een collega zeggen: ‘Ik wil je best helpen met dat rapport als jij het 360 graden-feedback- formulier over mij goed invult’. Het was misschien een geintje, maar in werkelijkheid gebeuren die dingen natuurlijk wel. Het wordt niet eens hardop gezegd.

© Theo IJzermans

Columns:

 

 

| top |